Arbeidsmarktmonitor 2024

Algemeen 13-11
‘Opvallend is de sterke daling van het aantal jongeren in de laatste zes maanden van 2023’
‘Opvallend is de sterke daling van het aantal jongeren in de laatste zes maanden van 2023’

Onlangs verscheen de ‘Arbeidsmarktmonitor interieurbouw en meubelindustrie 2024’. Het onderzoek is uitgebracht door ECM uit Woerden en bevat gegevens over gegevens over werkgevers over het kalenderjaar 2023 en studenten over het schooljaar 2023/2024. Een van de in het oog springende conclusies: we zien voor het eerst sinds een aantal jaren een daling van zowel aantallen werkgevers als werknemers. Daarentegen neemt het gemiddelde aantal werknemers per bedrijf al twee jaar toe.

‘Opvallend is de sterke daling van het aantal jongeren in de laatste zes maanden van 2023’
‘Opvallend is de sterke daling van het aantal jongeren in de laatste zes maanden van 2023’

Ouderen

De groei van het aantal 65-plussers in de tweede helft van 2023 is met een groei van 72,5% (van 178 naar 308) opvallend te noemen. Het aandeel 65-plussers komt daarmee op 1,8%. Als we naar de totale Nederlandse beroepsbevolking (9.796.0003) kijken, dan waren in het 4e kwartaal 2023 417.0004 werkenden 65 jaar of ouder. Dit is 4,3% van de werkenden. Verhoudingsgewijs is dus het aantal werkende 65-plussers in de branche nog laag met 1,8%.

In de branche is het totale aandeel 55-plussers in de laatste twaalf maanden toegenomen van 18,5 naar 19,6 procent. Kijken we ook hier naar de totale beroepsbevolking, dan zijn er 2.251.000 werkenden ouder dan 55 jaar. Dit is 23,0% en dus hoger dan het percentage in de branche (19,6%).

Werknemers per provincie

Het aantal werknemers per provincie is niet evenredig verdeeld. De provincie Noord-Brabant telt verreweg de meeste werknemers (4.454 = 26%), gevolgd door Gelderland (2.911 = 17%). In Zeeland zijn slechts 217 (= 1%) werknemers.

Kijken we naar de toe- en afname van het aantal werknemers per provincie, dan valt in de afgelopen zes maanden de procentuele daling in Limburg op (-7,2%). Daarbinnen valt de arbeidsmarktregio Zuid-Limburg op. Mede als gevolg van het faillissement van een groter bedrijf is er een afname van 19,3%. In totaal kennen acht provincies een daling. Daarentegen is er een groei waar te nemen in de provincies Flevoland, Friesland en Overijssel. Van de 35 arbeidsmarktregio’s kennen er tien (Friesland, Zuidoost-Brabant, Midden-Utrecht, Drechtsteden, Rijnmond, Gooi en Vechtstreek, Twente, Flevoland, Midden-Brabant en Helmond-De Peel) een groei, drie zijn gelijk gebleven en de overige arbeidsmarktregio’s kennen een daling in het aantal werknemers.

Het aantal werkgevers is het afgelopen half jaar gedaald met 3,1%. In procentuele aantallen is de daling vooral waar te nemen bij bedrijven tussen 50 en 100 medewerkers. De gemiddelde bedrijfsgrootte is ook gedaald: van 9,33 (31-12-2022) naar 9,19 (31-12-2023). In absolute aantallen is er vooral een afname te zien bij de bedrijven kleiner dan vijf werknemers (-52).

Studenten

Het aantal studenten in de meubelopleidingen is de afgelopen drie jaar elk jaar afgenomen. Van 2020 naar 2021 slechts met een gering aantal (-13). Van 2021 naar 2022 met 115 (-2,7%) en het laatste jaar (van 2022 naar 2023) is de afname 286 (-6,6%). Het aantal BBL studenten in de meubelopleidingen (-8%) is sterker gedaald dan het aantal BOL studenten (-6%). De opleidingen Meubelmaken en Machinaal houtbewerken dalen al drie jaar op rij, het laatste jaar respectievelijk 10 en 15%. De opleiding tot werkvoorbereider is na twee jaar van daling weer gestegen (+11%). De opleiding ondernemend meubelmaken is de laatste twee jaar gekrompen, in het laatste jaar met 3%. De kleine opleiding meubelstofferen fluctueert, met jaarlijks gemiddeld bijna 50 studenten.

Wie interesse heeft in de volledige ‘Arbeidsmarktmonitor interieurbouw en meubelindustrie 2024’ kan deze aanvragen via de website van ECM: ecm.nl/onze-branche/actualiteiten/ecm-arbeidsmarktmonitor-2024/ Bron van de gegevens is bij de bedrijfsgrafieken het UWV en het CBS, de bron voor de gegevens van het onderwijs is DUO. Sommige overige gegevens komen uit de administratie van ECM.